Om ons visum geldig te houden dienen we elke 60 dagen het land te verlaten en weer binnen te komen. Dit dien je te doen, zolang je visum geldig is. Als je op de laatste dag dat je visum geldig is het land binnenkomt mag je nog eens 60 dagen blijven. We zijn inmiddels 59 dagen in Thailand en dus toe aan onze zogenaamde “visa run”. Gelukkig zijn er reisbureautjes die dit geheel voor je regelen. Ze zijn niet zo gezellig als Marieke van VakantieXperts in Bergen op Zoom, maar het voldoet. Het leuke is dat we ze niet kunnen betrappen op het gebruik van geautomatiseerde systemen. Alles gaat met handgeschreven bonnetjes en een telefoontje naar een ander kantoortje, en op de dag zelf krijg je een of meerdere stickertjes in verschillende kleuren. Toch gaat het altijd goed.
Het begint al goed. We zijn net vertrokken uit huis en komen er achter dat we de poncho’s zijn vergeten, en dat terwijl er slecht weer is voorspeld. We besluiten om niet terug te gaan. Oeps, even later bedenken we dat we ook onze creditcards zijn vergeten. De boot vertrekt op tijd en de zee is lekker rustig. Onderweg krijgen we alle promotie filmpjes van Thailand te zien, inclusief olifanten tocht en apen shows? Gelukkig worden we tussendoor getrakteerd op “Just for laughs”, een Canadese versie van Bananasplit.
In Chumphon staat de chauffeur van de minibus al op ons te wachten. In het totaal zijn we met 8 visa runners. Waarvan 1 hoog zwangere, als ze maar niet…. De buschauffeur rijdt heerlijk op zijn Aziatisch. Twee keer de toegestane snelheid, maakt van een twee-baans een drie-baans weg en haalt links en rechts in. Gelukkig heeft hij nieuwe banden en valt de aqua-planning mee, ondanks de regen. Regen? Oh ja, onze poncho’s liggen nog thuis. Hoe zal dat gaan met de oversteek met de boot? De vorige keer dat Frank tijdens zijn wereldreis een soortgelijke tocht deed, was het een open boot…
Bij de grenspost in Ranong begint het al goed, een van ons groepje heeft problemen met haar paspoort. Gelukkig is het met 1.000 Bath extra opgelost. Het goede nieuws is dat we vanwege het slechte weer met de “grote” boot gaan, die is overdekt. We moeten wel onze reddingvesten aan trekken. Zou de kapitein net zo varen als onze buschauffeur reed? Vol speed gaan we naar Myanmar. Eerst naar een of ander eiland waar we niet uit mogen stappen en daarna naar Andaman Club. Bij de immigratie moeten we onze paspoorten achterlaten. Met een busje worden we naar het gokpaleis gebracht.
Ze hadden ons verteld dat we daar een uur de tijd hadden om te lunchen. We nestelen ons in het luxe restaurant bij het raam dat uitzicht biedt op de mooie natuur. De ober vraagt of we wel tijd hebben om te eten. Vol trots vertellen we dat we een uur hebben. Hij kijkt moeilijk maar denkt wel dat een eenvoudige Pad Thai mogelijk is. Ik ga naar het toilet en ben nog niet klaar of ik hoor Vera al. We kunnen niks eten, geen tijd. Dan komt er een man langs met belletje en een bordje dat de het taxi busje, voor de boot van 16:00 uur gaat vertrekken. Nu al? We zijn er net! Snel nog even een plak cake gekocht voor onderweg en wat chocolade en nootjes in de tax-free winkel. Dan maar naar de bus en boot. Bij de immigratie krijgen we onze paspoorten terug, het is voor de beambten even zoeken welke farang (blanke) bij welk paspoort hoort. Gelukkig kijkt Vera of haar paspoort gestempeld is, en dat is zo. Alleen de mijne niet! Snel nog even een stempel bemachtigen en dan de boot in.
De douane beambte in Thailand begint hard te lachen als ze Vera ziet en vraagt of ze een Tommy-boy is, vanwege haar korte haren. Vera voelt zich iets wat op haar teentjes getrapt, omdat ze denkt dat ze een pot genoemd wordt. Voor de mensen die niet weten wat een Tommy boy is, dat zijn vrouwen die van ‘mannelijke’ hobby’s houden. Als ik dan aangeef dat ik op Tommy-boy’s val, is het hek helemaal van de dam. Ach, we hebben in ieder geval onze stempel. Dat kan niet gezegd worden van dezelfde vrouw van onze groep die op de heenreis al 1.000 Bath moest betalen. Zij heeft geen stempel van Myanmar gehad! Ze moet dus terug de boot in, naar Myanmar en weer terug naar Thailand. Een vertraging van meer dan een uur, voor ons allemaal, want we moeten met z’n allen in dezelfde mini-bus naar Chumpon. De terugreis naar Chumphon verloopt voorspoedig. Conclusie een visa run is niks anders dan een bezigheidstherapie op z’n Thais.
We eten daar bij een klein restaurantje op een kruispunt. Kennelijk valt de Leo (Thais biertje) verkeerd bij Vera, want ze wordt misselijk. Leuk als je nog de nachttrein naar Bangkok nog moet nemen. Ook de trein is op z’n Aziatisch: ruim 2 uur vertraging. Zouden we hier ook een gedeelte van ons geld terug krijgen? Of ben ik nu erg Hollands? De trein komt pas om 1:45 uur. Het lukt de machinist wel om 1 uur van de vertraging in te lopen en om 10 uur de volgende ochtend staan we in Bangkok.
Op Koh Tao was het postkantoor gesloten. Niet alleen het postkantoor, maar ook de brievenbus was vakkundig dicht geplakt. Iets posten is dan wel heel moeilijk. Dan maar in Bangkok naar het postkantoor.
Vera wil een cadeautje naar haar vader sturen voor zijn verjaardag. Op het Koh Tao festival heeft ze een mooi houten Boeddha beeldje gekocht. Op het laatste moment bedenkt ze dat ze een kookboek naar Inge wil sturen. Het boek is zo gekocht bij een van onze favoriete vegetarische restaurants van Bangkok: May Kaidee. Op het postkantoor vraag ik envelop voor het kookboek en een doosje voor het beeld. Zonder te vragen scheurt de beambte de “mooie” verpakking van het beeldje open en bekijkt ze de Boeddha. Ze rent weg naar een collega voor overleg. Dan komt ze terug met een memo dat er alleen Boeddha’s verstuurd mogen worden met schriftelijke (ja nu wel) toestemming van de Office of Archeology and National Museum – the Fine Arts Department. De juffrouw van het postkantoor is zo vriendelijk om ons de weg te wijzen. Het is maar twee blokken verderop.
We wandelen en komen uiteindelijk in de Nationale Bibliotheek uit. Zij verwijzen ons naar het National Museum wat een veel groter aantal blokken de andere kant op is. Buiten de bibliotheek zien we een gebouw met de naam Fine Arts Department. Daar moeten we toch zijn? Naar binnen en navragen. Ja, het klopt, maar ze zijn bezig met een verbouwing en de door ons gezochte afdeling is tijdelijk ondergebracht in het National Museum. Tijdelijk is volgens de dame al wel zo’n vijf jaar. Dan maar met de bus daarheen, elke bus is goed behalve nr 49. Oh ja, en nr 23.
We vinden het museum. Wij zijn net zo’n bezienswaardigheid als deze ervaring indruk op ons maakt. De hele afdeling bemoeit zich met ons beeldje. Teleurstelling 1 is het feit, dat het beeldje niet van hout is maar een plastic afgietsel van polycarbonaat! Daar gaat onze droom dat een kunstenaar met veel noeste arbeid aan het beeldje heeft gewerkt. Er worden foto’s gemaakt, afmetingen genomen, handboek verzenden van boeddha’s geraadpleegd, druk overlegd, gewikt en gewogen. Het beeldje is geen nationaal erfgoed en mag uiteindelijk verzonden worden. Dat scheelt.
Nu moeten we natuurlijk wel de fee voor het document betalen. Dat kan alleen bij de bank en kan pas morgen. Er moet namelijk nog een hoge leidinggevende van het museum schriftelijk toestemming geven dat het beeldje het land uit mag. Dat kost minstens een dag (officieel zelfs twee werkdagen). Maar morgen is de bank gesloten ivm een nationale feestdag. En daarna is het zaterdag… Dat is teleurstelling 2. Na veel discussie besluiten ze ons te helpen en gaan ze de leidinggevende bellen en zoeken. Die blijkt in “overleg” te zijn. We verdenken hem/haar ervan bij de feestelijkheden in het museum te zijn, aangezien er hoog bezoek inclusief pers en catering is. Maar uiteindelijk krijgen ze toestemming om het formulier af te drukken en kunnen we naar de bank, die op het universiteitsterrein zit naast het museum.
Het is even zoeken, maar we vinden de bank. We betalen de fee en een bijdrage voor de bank en gaan weer terug naar het museum. Ons boeddha beeldje is inmiddels voorzien van een douane zegel. Na het overleggen van het betalingsbewijs, en natuurlijk de nodige administratieve handelingen, krijgen we het fel begeerde verzendtoestemming van het museum in tweevoud.
Nu terug naar het postkantoor. Gelukkig blijkt er nog een vlak bij te zitten. De postbeambte moet natuurlijk kijken of het beeldje daadwerkelijk datgene is dat op de formulieren staat. Dan wordt het opnieuw in dezelfde oude krant ingepakt, de adressen opgeschreven etc. Uiteindelijk staan we buiten en is het beeldje verzonden. Of het ook daadwerkelijk aankomt is een tweede, aangezien de Thaise post bekent staat om zijn “goed service”. Het versturen van het cadeautje heeft alles bij elkaar zo’n 3 uur en 3 kwartier geduurd. Waarschijnlijk is het kookboek al in Nederland aangekomen.
Jan laat je weten als hij aangekomen is?
Voor de oplettende lezer, in het bovenstaande verhaal staat beschreven dat we iets illegaals hebben gedaan. Weet je wat dat is, mail ons dan!
We doen nog een aantal boodschappen in Bangkok. Sommige dingen gaan soms net zo eenvoudig als een boeddha versturen, zoals onze zoektocht naar oplaadbare batterijen. Op de markt die bekend staat om de enorme hoeveelheid kleine elektronica zaakjes hebben maar twee van de winkeltjes oplaadbare AA-batterijen. Alleen zoeken we AAA voor onze hoofdlampjes…
Bangkok in vogelvlucht:
Het openbaar vervoer dat je het snelste van de ene kant van de stad naar de andere brengt, als je het systeem begrijpt, is de boot.
Helaas lukt het niet om Chad te bezoeken in het ziekenhuis. Hij is voor zijn behandeling twee weken in quarantaine. We gaan, omdat de nachttrein vol was, met de nachtbus terug naar Chumphon. Natuurlijk gaat het weer volgens het stickersysteem. Het blijkt dat niet iedereen weet hoe werkt. Je hebt 1 sticker voor je bus, in ons geval de rode bus en daar stoelnummer 7 & 8. En 1 sticker voor de boot naar jouw eiland. Wij hebben een roze sticker naar Koh Tao. Bij de bushalte roepen ze om welke kleur bus er vertrekt. Of mensen begrijpen het niet, of ze verstaan geen Thai die in het Engels een kleur om roept. Er zijn veel mensen die in de verkeerde bus proberen in te stappen. Het belangrijkste van het hele systeem is: verlies niet je stickertje, want dan kom je niet meer in hun “systeem” voor. Vera heeft een slimme oplossing gevonden: half in haar borstzakje geplakt.