Nieuw zeeland mijn einddoel van mijn reis! Dat was mijn bedoeling maar is dat ook zo? Wie weet wat de toekomst brengt. Als eerste wat ik gedaan heb in NZ is me beraadslagen hoe ik door NZ wil reizen. Weer met de bus? Heb al zo veel kilometers op die manier afgelegd. Een auto kopen? Het is handig z’n koekblik, maar het is net veredelt TV kijken. Een motor aanschaffen? Maar het regent pijpenstelen terwijl ik hier ben. Of als een echte Hollander een fiets op de kop tikken? Het is een sportieve manier om je voor te bewegen en als het weer te nat is, kan je hem op de bus gooien. De toeringcar bedoel ik. Het is lastig beslissen vooral omdat met de feestdagen de winkels dicht zijn. Ik voel me lam en vadsig omdat ik teveel in de bus en trein zit en rondhang in busstations etc. Dus uiteindelijk kies ik voor de fiets hup dat luie zweet er uit trappen.
Hoe oud en nieuw te vieren in NZ? Geen idee. Ik maak ook geen plannen. Geen spectaculaire waaghalzerijen zoals afgelopen jaar. Geen bungy jump, hoewel ze hier wel van de skytower afspringen. Niet aan een elastiekje, je wordt tussen twee strak gespannen draadjes aan een derde kabel naar beneden gelaten. Is maar niks voor een gup als ik. Nee, ik doe het maar rustig aan. Ik loop gewoon wat rond door de straten van Auckland en kijk een man in zijn ogen. Hij kijkt mij aan, en een vonk springt over. Nee rustig jongens geen liefdes vonk maar een van herkenning. Het is Hunt de Amerikaan die mee was met de trektocht naar Mount Everest Base Camp, meer dan een jaar geleden! Hij is in het jaar weer naar huis gegaan heeft daar een half jaar gewerkt en is opnieuw op reis gegaan! En nu bots ik tegen hem op midden in Auckland. Wat een toeval, natuurlijk besluiten we om oud en nieuw samen te vieren.
Ik bega nog even een foutje, nadat ik met Hunt afgesproken had, ging ik nog wat eten en na het eten stond ik op en liep weg. Ik was bijna bij mijn hotel en bedacht dat ik mijn fotocamera mee moest nemen. Fotocamera? Oeps waar is die. Ik had mijn rugzak in de foodcourt (is eet-plaza) laten staan, met alles er in! Help! Ik ren terug en wat denk je! Nee, nog geen bom waarschuwing gegeven, niemand die hem mee genomen had. Hij stond nog steeds keurig naast mijn tafeltje! En dat terwijl ik toch bijna 10 minuten weg ben geweest! Oeps. Foutje bedankt. Wat een geluk. Sabina kan beamen dat ik geen ezel ben, want ik heb dit al een keer eerder gedaan. Oude en nieuw is hier vrij eenvoudig geen champagne en oliebollen. Het vuurwerk is beperkt tot wat vuurwerk vanaf de skytower. Mooi om te zien, maar na 5 minuten is alles over. Tijd om te gaan slapen.
Mensen vragen nog steeds of ik veranderd ben in de inmiddels ander half jaar durende reis. Hunt gaf me een compliment. Hij zei spontaan, “Toen ik je de vorige keer ontmoette was het of je een last met je mee droeg. En die is nu weg!” Dank je Hunt. Ik kan het moeilijk omschrijven hoe ik veranderd ben, maar iedereen lacht als ze mijn paspoort foto zien. Dat was ik voor ik op reis ging, dus ik heb maar even wat foto’s mee gestuurd van mijn metamorfose en dat zonder Libele of Oprah of wie dan ook.
Dit was ik toen ik nog werkte.
Zo ben ik op reis gegaan
Dit was ik na een maandje of twee, in Pakistan.
Zo lang was mijn haar voor ik naar de kapper ging.
En hier ben ik in Bangkok, na bijna een jaar op pad.
Kiezen jullie maar wat je het beste vindt!
Dan is het tijd om te gaan fietsen. Ik ga naar het noorden naar Whangarei. Daar wonen Paul en Ellis. Paul ken ik van de fotovakschool. We deden dezelfde cursus en toen ik me bezig hield met het voorbereiden van mijn reis, was hij druk in de weer met emigreren naar NZ. Zijn vrouw had daar een nieuwe baan als dierenarts gekregen. Ze zijn in dezelfde maand vertrokken als ik. Ik ga met de fiets. De fiets tocht is ….. hoe zal ik het omschrijven. Het is hier wat anders dan in Nederland. Ze hebben hier heuvels! En niet van die kleintjes ook. In Nederland noemen we ze bergen! En daar ga ik dan, totaal onvoorbereid, niet getraind. Ik heb fietstassen gekocht en gewoon alles wat ik had, daar in gedaan. En dan mijn lege rugzak achterop. En dat terwijl ik een foutje hobby heb, die zich niet laat combineren met fietsen. Ik lees namelijk veel boeken en heb er een stuk of negen bij me…. Gevolg ik ben natuurlijk veel te zwaar en na een paar uur fietsen krijg ik een lekke band. Chips, alles afladen en de fiets op zijn kop. Zie ik dat mijn wiel krom is? He, wat is dat, vertwijfelt draai ik hem rond. Blijkt dat alle spaken los zitten? Hu, wat is hier aan de hand, is mijn achterwiel al binnen 24 uur stuk! Ik bel de fietsmaker op waar ik hem gekocht heb. Ze sturen iemand om hem te repareren. Zo gezegd zo gedaan.
Een paar uur later ben ik weer op pad. Het miezeren houd op en het begint echt te regenen en de gezellige heuveltjes worden steile beklimmingen. Ik rij door tot ik groen en geel zie. Ik rij het snot uit mijn neus en het zweet in mijn bilspleet, of is het de regen die mijn “waterdichte” jas binnen gelopen is? Ik ga door tot mijn achterwerk aanvoelt of ik de hele nacht aan het feesten geweest ben in de darkroom van een lokale homokroeg. Maar het mag allemaal niet baten ik kom heuveltjes tegen die ik lopend naar boven moet gaan. Eind van het liedje is dat ik totaal verzopen en versleten met mijn tong tussen de spaken aankom bij een hotel. Vraag ik of ze een bed voor me hebben op een slaapzaal. Zegt de man: “Nee eigenlijk niet, dat is een probleem!” “Hoezo, ja of nee, wat is het probleem?” “Nou,” antwoordt hij “er liggen vrouwen op.” “Ja, zo wat” ik voel me zo belabberd dat het laatste is waar ik me druk over maak is wel vrouwen op mijn slaapzaal. Gelukkig zie ik de naam van de man op het welkoms bordje: Rene Vos, kan het Hollandser? En ja hoor hij is 16 jaar geleden naar NZ verhuisd en heeft sinds kort dit hotel. Opeens is het geen probleem meer. Ook de vrouwen maken geen bezwaar. Ik slaap als een os.
De volgende dag ga ik weer met frisse tegenzin op pad. Het is namelijk niet echt droog. De heuvels zijn niet echt minder geworden, m’n ketting loopt er af. Maar het kan me allemaal niks schelen, na een tijdje komt de zon door. Een Nieuw Zeelander geeft me nog een koud blikje cola en drukt me op het hart dat als ik op de terug weg ben, toch even bij hem op de koffie moet komen. Hij woont onderaan de heuvel! Ik ploeter weer verder en als ik heet verbrand ben: de motor is oververhit, besluit ik dat het tijd is om te rusten. Ik zie een ideale plek, een hekje om mijn fiets tegen te zetten en keurig gemaaid gras om op te liggen. Al liggend op mijn rug eet ik mijn boterhammetjes met nutella op (wat is het toch weer fijn om in een nutella-land te zijn). En als ik daar zo lig, hoor ik een klap en pssssssshhhh. Daar gaat mijn band. Gisteren was hij geplakt, maar hij had meer dan 4 gaten! Kennelijk had de fietsenmaker het niet goed gedaan. Het kan me allemaal niks schelen en ik geniet nog steeds van de zon en mijn nutella. Voor ik op pad ga even de band wisselen en dan weer de berg op. Een man had me al vrolijk medegedeeld dat ik een hele zware beklimming ging krijgen vlak voor ik bij mijn eindbestemming was voor die dag. Dus ik had er al zin in. Mijn tong hing dus tussen mijn ketting toen ik in het dorp aankwam. Echt zin om een hotel te zoeken had ik niet en vind een slaap plaats in de lokale kroeg. Helaas was het er erg muffig (“Nee we hebben niet veel gasten, ze weten niet dat je hier kan slapen!”) En helaas is er op zaterdag avond een live band. Fantastisch terwijl ik onder de kroeg slaap en ik ben gescheiden van de band door een houten vloer, waar iedereen op danst. Een paar oordoppen brengen uitkomst.
De laatste dag van de trip, had ik op dag 1 en 2 zo’n 60 kilometer afgelegd, nu moet ik er ruim 80. Met een veel hogere berg er tussen dan op de voorgaande dagen. Na 28 kilometer zit ik totaal stuk, onderaan de grote berg. Nu help zelfs een echte Hollandse krentbol niet meer (Je komt wat tegen in die supermarkten hier in NZ). Er stopt een toeringbus en er stappen mensen uit. Een komt naar mij toe en begint met een herkenbaar accent met me te praten. “Ben jij op de fiets?” “Ja hoe raad je het?” En ja hoor hij komt uit Holland en gaat ook fietsen! Kleine wereld. Ik besluit om maar met de bus verder te gaan. Heel wat eenvoudiger en heel wat sneller. Zo kom ik in Whangarei aan en daar kom ik er achter dan Paul en Ellis ongeveer een uur fietsen buiten de stad wonen. Daar gaan we weer, ik hijs alles op de fiets en ga weer heuvel op en heuvel af, rij natuurlijk een rondje van de zaak. En uiteindelijk vind ik de weg waar ze wonen, met dank aan de vele behulpzame Nieuw Zeelanders. Ze hebben werkelijk alles uit de kast getrokken om mij maar te helpen. En uiteindelijk vind ik de “Smith road” en als ik daar op fiets, onverharde gravel weg, hoor ik toeteren achter me? Ze hebben toch ruimte zat om langs te gaan denk ik nog, maar het blijkt Paul te zijn, ze komen net thuis.
Ze hebben dit weekend nog vier andere gasten, een Engels koppel en twee Nederlandse dierenartsen (v), een woont in Nieuw Zeeland en een woont in het oude Zeeland. Het is gezellig en ik kan weer genieten van echte Hollandse dingen zoals groente, aardappelen en vlees; Remia frietsaus en een spinnende kat op schoot. Als je denkt dat ik hier kan uit rusten, nou dan heb je het mis: er staat een druk schema op me te wachten. Als ik aan kom is het een strand wandeling (dat krijg je als je 20 minuten van het strand woont).
De volgende dag een kano tocht eerst rivier af en dan weer tegen de stroming rivier op. Om daarna een heuse ontdekkingstocht te doen: hoe kom ik van het ene strand naar het andere op een zo moeilijk mogelijke manier en dat zonder van de rotsen af te storten. We bereiken ons doel niet. Als straf maar een rondje extra lopen. Hier zie ik pas hoe mooi NZ is, in Aukland is het weer een grote stad dus dat is niet veel soeps. Als de ander gasten weg zijn en Paul en Ellis werken, heb ik even wat rust om te kunnen genieten. Ongelofelijk wat wonen ze mooi. Ze wonen in de middel of nowhere aan een doodlopend straatje dat een zijstraat is van een ander doodlopende straat. Je hoort dus heel af en toe een auto. Ze kijken uit op wat heuvels met hier en daar wat bomen en het enige wat je hoort is de vogels, de koeien, de bijen en het groeien van het gras. Door hun achtertuin gaat een beekje en ze hebben 5 man personeel om het gras kort te houden. Ze hebben namelijk 5 stiertjes geleend van de buurman. Ik kan begrijpen dat je hier verliefd op wordt. Rust en natuur, wat wil je nog meer? Werk op zo’n 20 minuten afstand. Niks geen stress, geen file en dan die heerlijke rust. Als je de heuvels rond om hun huis beklimt kan je de zee zien. Is er nog een huis te koop?
Ik ben weer even terug in Auckland om dan weer naar Taupo te gaan voor meer avontuur.
Paul en Ellis bedankt voor de gezellige week en tot ziens in Nederland.
Groetjes Frank
Voor degene die vergeten is hoe ik er uitzie!