Wat is de mens toch een raar wezen. Ik schrijf dat zo in het algemeen over de mensheid, zodat ik niet hoef te zeggen dat ik eigenlijk een raar mens ben. Aan de ene kant zijn we bang voor onzekerheden. Elke keer als ik naar een nieuw land ga, ben ik een gespannen. En om dat op te lossen zoeken we naar zekerheden. Een van de zekerheden die je hebt als reiziger is gaan shoppen. Het geeft het gevoel van vertrouwen. De grote winkel ketens zitten overal en het is overal het zelfde. Het door de winkelstraten te slenteren heeft iets bekends, gevoel van thuis. Je kan het nog erger maken door bij McDonald’s of Burger King te gaan eten. Een andere zekerheid is de TV, overal ter wereld zijn dezelfde shows zoals ideols en wedding shows. Of natuurlijk de speelfilms die je overal ziet met de vertrouwde koppen zoals Arnie Zwartseneger, Jan Dinges van Dam en Sly Stalone.

Maar aan de andere kant zoeken we ook naar avontuur, uitdaging, nieuwe dingen etc. Zo ook voor mij! Na ander half jaar op pad te zijn is het weer een tijd voor nieuwe uitdagingen. Nu is het fietsen nog steeds een zware uitdaging voor mij. Maar toch het wordt het weer eens tijd voor wat nieuws. Het is niet helemaal onbekend voor me maar toch een beetje. Ik had twee slachtoffer gevonden die met me mee wilden. Lamby en Lisa. Ik ben hun tegen gekomen in de boot van Laos naar Thailand. Zij zijn daarna gesplitst omdat Lisa naar India ging. Lamby ben ik vervolgens weer in Maleisië tegen gekomen, waar we een paar dagen samen op reis zijn geweest. Wie schets mijn verbazing als ik in Auckland in een boekenwinkel loop, kom ik Lamby weer tegen. Een paar dagen later treffen we elkaar weer in Taupo, maar nu is hij weer in gezelschap van Lisa. De wereld is oh zo klein. We gaan het avontuur samen aan.

‘s Ochtends vroeg worden we opgehaald. Er zitten nog meer gekken in het busje. We zijn met een man/vrouw of zes. Eerst krijgen we een mooie video te zien. Het ziet er allemaal prachtig uit. Dan worden we aangekleed. Het zijn nu niet de mooiste spullen en het zit niet comfortabel. We krijgen ook nog een pet op en oh wat kleed die slank af……. Mijn hemeltje dat ziet er goed uit. We krijgen iemand toegewezen die we ons leven gaan toevertrouwen. Ik heb een Engelsman die Rob heet. Dan moeten we instappen. We zitten knus met zijn alle in de kleine ruimte. Rob zit achter me en houd me lekker stevig vast. Ik voel me echt met hem verbonden. Je merkt al dat de meeste mensen wat gespannen worden. Niet meer zo opgewekt. We maken vaart en de sfeer wordt al wat stiller. Natuurlijk zijn de ervaren jongens grappen aan het maken, terwijl de onervaren zoals ik de zenuwen door de keel gieren. Het duurt een minuut of 15 voor we op de plaats van bestemming zijn. Er wordt nu nog maar heel weinig gesproken. En dan gaat de deur open, oh wat een wind….. Wat een herrie. De zenuwen nemen toe het wordt alleen maar erger. De eerste gaan weg. Ik zit achter in en moet wachten tot de anderen vertrokken. Dan is het mijn beurt. Samen met Rob ga ik naar de deur. Ik blijf dichtbij hem. Ik wil niet zonder hem! We gaan op het randje zitten en wachten en wachten en wachten. Oh jee zijn we iets vergeten of zo? En dan gaan we…….. aaaaaaaahhhhh…….. de diepte in. Van 0 naar 200 kilometer per uur in een paar seconden! Ik zie het vliegtuig vertrekken als we een koprol maken. Dan stabiliseert Rob ons en komen in een “rustig” vrije val terecht. Ik had Rob nog gezegd dat ie wel wat mocht proberen en dat doet ie ook. We draaien wat rondjes terwijl we naar beneden storten. Dit duurt zo ongeveer een halve minuut. Dan is natuurlijk de grote vraag: “Zou de chute werken? “ Ik heb gecontroleerd dat Rob er een bij zich had. Maar of ie het ook doet????? En ja gelukkig gaat hij open en komen we in een wat rustiger vaar water. Althans niet voor lang. Ik had Rob verteld dat ik 8 sprongen met een static line gemaakt had, dus hij leeft zich uit. Eerst koppelt hij me los, wel niet helemaal natuurlijk, maar toch een raar idee. Ik vraag nog of hij nu al van me afwil, maar geloof niet dat hij mij Engels begrijpt. We draaien wat rondjes en op gegeven moment zie ik de parachute naast me in plaats van boven me! We draaien zo hard rond dat we inmiddels horizontaal vliegen. Hemeltje lief waar ben ik aan begonnen. Waar is de nooduitgang? Nog even het zelfde de andere kant op, mag ik een emmertje? Dan doen we rustiger aan. Ik zie Lamby en Lisa ergens beneden ons. Dan is het tijd om te landen. Ik hoef niks te doen, gewoon beentjes omhoog en Rob zorgt voor alles. Oh wat is het toch weer fijn om grond onder je voeten te hebben nar z’n tandem skydive. En oh wat ben ik misselijk. Was het ontbijt iets te zwaar????? Ik geloof dat ik zo groen zie als Shrek II. Maar oh wat was het genieten. Ook Lamby en Lisa zijn razend enthousiast.

 

Klf-050118-005
Hier is het nog leuk!

 

Klf-050118-011
Wat kleed zo’n petje toch mooi af!

 

Klf-050118-013
Daar gaan we dan vol goed moed.

 

Klf-050118-022
Dat ben ik, echt waar, je herkent mij aan……..eh…

Om een beetje bij te komen doen we aan het eind van de middag maar een bowl competitie. 4 tegen 4 en de verliezers moeten het eten koken voor ons alle 8. Zo gezegd zo gedaan. En aangezien ik beter kan bowlen dan koken zet ik mijn beste beentje voor en we winnen. Helaas betekend dat wel dat ik dan moet afwassen. We eten een heerlijke Thai curie.

De volgende dag loop ik de Tongariro Crossing een van de NZ beroemdste wandeltochten langs en over een aantal vulkanen. Het is een pittige wandelingen, maar erg mooi. De volgende dag is het tijd om weer op pad te gaan. Ik hijs alles weer op de fiets en ga weer. Het is een prachtige tocht en de eerste kilometer gaan vrij eenvoudig. Tegen lunchtijd heb ik er al weer 60 kilometer op zitten. En dat in de bergen. Het meeste was berg opwaarts, met een langzame stijging. De natuur is prachtig, de bomen geuren heerlijk, de vogels fluiten, iedereen zwaait naar me of steekt zijn duim op en de plat gereden dieren liggen overal langs de weg. Kortom NZ op zijn best. De totale afstand naar mijn eindbestemming is 140 km. Dat is iets te ver voor mij dus besluit ik om maar een stuk te gaan liften. Er is een zware klim naar boven en daar onder stop ik. Met mijn duimpje omhoog vind ik al snel een lift. De nieuw Zeelanders zijn nu eenmaal erg aardig. De laatste kilometers gaan heel wat eenvoudiger. Berg op waarts ga ik niet echt sneller dan 6 kilometer per uur, maar loop dan ongeveer 1 op 1, dat wil zeggen 1 kilometer fietsen en 1 liter water uit zweten. Bergafwaarts gaat het beter, mijn record staat nu op 70 kilometer per uur…… En dat met volle bepakking…

 

Klf-050119-004
Ikke op de vulkaan, gelukkig een slapende.

Ik ga door naar Wellington en helaas plan ik het weer zo dat ik Mike niet kan zien. Hij is namelijk het weekend weg. Mike heb ik ontmoet op de Mount Everest base camp trek. Het is namelijk feest in Wellington. Wat vieren ze dan…wel Wellington?? Oké, rare jongens die Nieuw Zeelanders, maar maakt mij niet uit als er iets te vieren is dan ben ik van de party. Het is extreem weekend. Ze doen van allerlei extreme sporten. Zoals skaten, skateboarden en BMX (je weet wel van die stoere jongens op kinderfietsjes). Alleen gaan ze niet zomaar rondjes rijden, nee ze springen en doen van alles. Ik hoor jullie al denken, dat is toch niet zo extreem? Nou ik kan je verzekeren van wel. Heb jij ooit geprobeerd om een saltomorgana te maken terwijl je skate? Of wat dacht je van een salto achterwaarts met je fiets? Nee, niet gedaan? Het is een sport voor sadomasochisten. Want oh het is er een met vallen en op staan. Een biker springt over een schans, om dan op een railing stil te blijven staan. Helaas hij verliest zijn evenwicht en valt aan de achterkant van de schans z’n 4 meter naar beneden. De zaal houdt zijn adem in. En paar ander bikers rennen er naar toe. En dan komt het duimpje van de gevallen biker boven de schans uit, de zaal juicht. En om het toch nog even af te leren doet de biker de stunt nog een keer over en nu goed. Een van de skaters is erg fanatiek en gaat herhaaldelijk onderuit. Je ziet hem vergaan van de pijn en hij kan zijn linker arm nauwelijks bewegen. Een EHBO-er komt naar binnen, maar de man moet er niks van weten. Na elke val duurt het langer voor hij opstaat. Maar onze held gaat door, zelfs als hij een keer met zijn gezicht op de rand van de schans terecht komt. “The show must go on!” Als jullie dit nog niet extreem genoeg vinden is er ook nog een skater die zijn stunts doet met z’n arm in het gips. Hoe zou het toch komen dat die gebroken is????? Ik denk niet dat zijn doktor weet dat hij hier te vinden is. Buiten worden er nog extremere dingen gedaan. Er is een springschans waar motoren over springen. En in de lucht doen de jongen even een handstand op de motor. Of klappen even met de voetjes of weet niet wat. Ik zou mijn broek vol dingensen als ik zo iets zou moeten doen. Iets te extreem voor mij. Trouwens dit heet FMX (freestyle motor cross). Dus wees niet bang zo iets ga ik niet doen.

 

DSCN3209
Oeps overstekende motoren……..

Nog iets anders te melden? Oh ja jullie weten dat ik in het begin van mijn reis eens in een hotel zat met doofstommen. Nu zit ik in een hotel met zwakzinnigen. Onder begeleiding van, zijn ze op reis. En tijdens mijn ontbijt zat ik de groep te bestuderen en eigenlijk lijken ze best wel op backpackers. Veel verschil is er niet. De gesprekken gingen over “Ik ben naar de kapper geweest.”(spreek uit met dikke tong). Niemand die daar natuurlijk aandacht aan geeft. Nou met backpackers is het net zo. Er is altijd wel iemand die wat te vertelen heeft, waar niemand naar luistert. De standaard vragen: “Waar kom je vandaan en hoe lang reis je?” Zijn nu vervangen door, “Wie wil er nog een boterham en wie heeft er lunch pillen?” “Ben naar de kapper geweest” komt er nog even tussen door. Waarop de ene zwakzinnigen tegen de andere zegt. “Je bent gek!”. Nou dat hoor je bij backpackers ook regelmatig over tafel komen, zeker als je zegt dat je op de fiets reist. Ze zijn niet erg netjes gekleed. Ach, dat is voor de backpackers standaard. Ken er een die met maar 1 broek reist en die heeft hij al een half jaar aan. Voor de geïnteresseerde hij draagt hem zonder onderbroek. Als de broek gewassen moet worden duikt hij met broek en al in een beek/meer of wat dan ook. De broek gaat alleen maar uit als er weer eens gaten gestopt moeten worden. En toen wilde ik weg gaan, was een van de groep onderuit gegaan en lag op de grond. Iedereen er omheen staan en commentaar geven. “Ben naar de kapper geweest”. Niks bijzonders ben ik ook al gewend, alleen is er dan nog al eens sprake van drank misbruik……… Je ziet het backpacken is voor iedereen.

Zo dat was het weer. Het is weer een lange mail geworden. Op mijn website staan de eerste foto’s van NZ. Deze tekst staat ook onder “Reisverslagen” en daar zijn een aantal foto’s toegevoegd van het parachute springen. Veel lees plezier.